Met stokken lopen… niet (alleen) voor oudjes


Wandelstokken associeerde men vroeger vooral met mensen die niet meer al te goed ter been waren. De laatste jaren zijn het echter heel normale attributen geworden voor mensen die veel wandelen.

Veel mensen beginnen met wandelstokken te lopen als men last begint te krijgen van hun knie of rug. Maar wandelstokken bieden daarnaast verschillende andere voordelen, ook voor stappers die nog heel fit zijn. Zelfs wie nog geen last heeft van gewrichten of gewrichtspijn, kan gebaat zijn bij een wandelstok. Men hoeft geen wetenschapper te zijn om te beseffen dat tijdens het stappen, zeker met een (zware) rugzak of in heuvelachtig en bergachtig terrein, er enorme krachten inwerken op vooral de benen, knieën en rug. Als men veel loopt of gedurende jaren geregeld wandelt, betekent dat een enorme belasting voor het lichaam. Door stokken te gebruiken, kan men die belasting gevoelig verminderen: afhankelijk van de bron, heeft men het over vier tot twintig procent minder belasting. Dit lijkt niet zo indrukwekkend veel, maar alles bij elkaar genomen gaat het wel over een serieus verschil.

Minder belasting betekent niet alleen dat de gewrichten minder te lijden hebben, maar ook dat het lopen zelf minder vermoeiend is. De inspanningen worden ook meer verspreid over het lichaam. Zeker als men met wandelstokken begint te lopen, zal men dat merken aan de armen en schouders: die kunnen dan vermoeid of stijf aanvoelen, omdat ze een deel van de inspanningen overnemen. Tenminste, als men de wandelstokken goed toepast.


Veel mensen nemen wel wandelstokken mee, maar gebruiken deze niet actief: ze laten ze slepen, of tikken er hoogstens even mee op de grond. Wandelstokken moet men echt op een actieve manier benutten door ze bij elke stap stevig op de grond te plaatsen en er bewust met de armen en het bovenlichaam op te steunen. Dit is niet alleen goed om het onderlichaam en benen te ontlasten, maar ook om het bovenlichaam mee in vorm te houden. Nog een voordeel van stokken is dat men een grotere stabiliteit heeft, zeker als men op oneffen of glibberig terrein loopt, of over smalle paadjes, bij het oversteken van een beek of rivier, enzovoort. 


Bron: BOOTmagazine